Algemene dekkingsmiddelen

Algemene dekkingsmiddelen 

Rekening 

Begroting 

                        x € 1.000

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Uitkeringen gemeentefonds

Algemene uitkering 

18.412

18.262

19.584

20.285

20.818

21.179

Integratie uitkeringen sociaal domein

13.044

12.610

12.131

11.910

11.763

11.754

Overige integratie- en decentralisatie uitkeringen 

2.139

2.052

2.038

2.050

2.079

2.168

Lokale heffingen 

OZB woningen 

4.503

4.512

4.886

5.054

5.194

5.385

OZB niet-woningen 

2.942

3.122

3.051

3.131

3.216

3.306

Toeristen en forensenbelasting

220

244

234

237

237

237

Belastingen overig 

-536

-312

-364

-367

-367

-375

Treasury

1.590

124

142

55

140

-7

Vennootschapsbelasting

-26

0

-34

-14

0

0

Overige baten en lasten 

Stelposten 

0

196

209

203

197

191

Saldo kostenplaatsen 

0

115

-6

-6

-6

-6

Overige  

-21

-4

-4

-4

-4

-4

Totaal alg. dekkingsmiddelen  

42.267

40.921

41.867

42.534

43.266

43.828

Uitkeringen gemeentefonds

Vanuit het gemeentefonds komen een drietal geldstromen naar de gemeente,

  1. De algemene uitkering
  2. De integratie- en decentralisatie uitkeringen
  3. De integratie uitkering Sociaal domein

De uitkeringen zijn doorgerekend op basis van bijgestelde uitgangspunten met betrekking tot inwoneraantallen, uitkeringsontvangers, leerlingen enz. Hierbij zijn de effecten tot en met de mei-circulaire 2017 meegenomen.

A: Algemene Uitkering

Algemene uitkering                                        x € 1.000

2018

2019

2020

2021

Meerjarenverwachting 2017: septembercirculaire 2016

18.586

19.039

19.451

19.693

Mutatie

998

1.246

1.367

1.486

Meerjarenbegroting 2018 (mei-circulaire 2017)

19.584

20.285

20.818

21.179

De mutaties zijn voor het grootste gedeelte het gevolg van:

  • Ontwikkeling Accres
    Via de normeringssystematiek “trap op trap af” wordt de ontwikkeling van de algemene uitkering voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven.

Voor 2018 wordt het accres positief bijgesteld n.a.v. hoger geraamde rijksuitgaven. Een hogere raming van de inflatie door het Cpb (Centraal plan bureau), werkt door in hogere loon- en prijsontwikkelingen op de rijksbegroting. Daarnaast heeft het rijk besloten om meer uit te geven als gevolg van de stijging van de pensioenpremie ABP en studieleningen.

  • Vanaf 1 januari 2018 vinden geen rechtstreekse betalingen aan derden meer plaats uit het gemeentefonds. Tegenover de positieve aanpassing van het gemeentefonds worden de kosten op programma 1 geraamd.
  • Hoeveelheidsverschillen
    De nieuwe uitgangspunten zoals vermeld in de kadernota 2018 leiden tot een mutatie in de algemene uitkering van het gemeentefonds. De WOZ waarden in deze uitgangspunten zijn bijgesteld met de marktwerking zoals vermeld in de kadernota.

B: De integratie- en decentralisatie uitkeringen

Decentralisatie en integratie uitkeringen     x € 1.000

2018

2019

2020

2021

Kadernota 2018-2021 (decembercirculaire 2016)

1.934

1.946

1.975

2.065

Mutatie

104

104

104

103

Meerjarenbegroting 2018 (mei-circulaire 2017)

2.038

2.050

2.079

2.168

De decentralisatie en integratie-uitkeringen maken net als de algemene uitkering deel uit van het gemeentefonds, maar hebben een eigen verdeling.  

Voor Vught zijn dit de integratie-uitkering Wmo 2007, Impuls Brede scholen combinatiefuncties, voorschoolse voorziening peuters en armoedebestrijding kinderen.

  • Armoedebestrijding kinderen

Vanaf 2017 ontvangen we d.m.v. een nieuwe decentralisatie uitkering voor de bestrijding van de gevolgen van armoede onder kinderen.

  • Integratie uitkering Wmo (2007)

Een aanpassing van het  macrobudget van de WMO-huishoudelijke hulp tbv prijs- en volumecompensatie. Via het objectieve verdeelmodel leidt dit tot een mutatie voor onze gemeente.

C: De integratie-uitkering Sociaal domein

Integatie-uitkering Sociaal Domein              x € 1.000

2018

2019

2020

2021

Kadernota 2018-2021 (decembercirculaire 2016)

12.304

12.071

11.853

11.810

Mutatie

-173

-161

-90

-56

Meerjarenbegroting 2018 (meicirculaire 2017)

12.131

11.910

11.763

11.754

Integratie-uitkering Sociaal domein

De integratie uitkeringen die binnen het sociaal domein worden verstrekt zijn bijgesteld. Dit heeft verschillende oorzaken:

Participatie wet:
De rijksbijdrage voor de participatie is naast de aanpassing voor loon- en prijsbijstellingen gebaseerd op actuele gegevens. Daarnaast is de verdeling van de Wsw middelen aangepast. Het uitgangspunt voor de nieuwe verdeling is “de gemeente waar een Wsw-er een dienstverband heeft” in plaats van  “de woonplaats”

Jeugd wet en Wmo 2015:

  • Zowel de rijksbijdrage voor de jeugd als de Wmo zijn positief aangepast als gevolg van loon- en prijsbijstellingen.
  • Het actualiseren van de gegevens waarop de jeugdwet is gebaseerd leidt tot een structureel lagere bijdrage voor het onderdeel 18+/voogdij en een structurele verlaging van het objectieve budget.
  • Nu de omvang van de Wlz definitief is, heeft er een positieve bijstelling plaatsgevonden.  

Het is een correctie op de voorlopige negatieve bijstelling die in 2016 plaats heeft gevonden naar aanleiding van de aanpassing van de Wlz.

Lokale heffingen

De toelichting is opgenomen in de paragraaf lokale heffingen (hfdst. 3.4.)

Treasury

Treasury

Rekening 

Begroting

                           x € 1.000

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Renteresultaat 

1.615

118

136

48

133

-13

Dividend

16

20

20

21

21

21

Kosten betalingsverkeer

-41

-14

-14

-14

-14

-15

Totaal 

1.590

124

142

55

140

-7

Renteresultaat
Het renteresultaat bestaat uit het verschil tussen de daadwerkelijk te betalen en te ontvangen rente en de aan de programma’s toegerekende rente.  Het verschil tussen de werkelijk betaalde rente en de via de omslagpercentage doorberekende rente aan de programma’s werd als baat (renteresultaat) onder de algemene dekkingsmiddelen opgenomen.
Tot en met 2016 werd het omslagpercentage bepaald op basis van de gemiddeld betaalde rente over het vreemde vermogen. In verband met de vergelijkbaarheid van de gemeenten adviseert de commissie BBV bij de verdeling van de werkelijk betaalde rente geen rekening meer te houden met het eigen vermogen.
Het omslagpercentage zakt hiermee aanmerkelijk. Per saldo levert dit geen voor- of nadeel op voor het product treasury. De aan de programma’s toegerekende rente daalt en daardoor ook het renteresultaat ten gunste van de algemene dekkingsmiddelen. Per saldo werd en wordt de werkelijk betaalde rente verantwoord.

De gewijzigde rentetoerekening naar de programma’s heeft effecten op de aan de gesloten exploitaties toegerekende rente.  Om de rioolheffing en afvalstoffenheffing op niveau te houden moet er daarom een extra comptabele correctie gemaakt worden.  De rentelasten ten behoeve van de  tariefstelling rioolheffing en afvalstoffenheffing blijft  gebaseerd op het gemiddelde over de externe financiering betaalde rentepercentage.

Schema rentetoerekening Begrotingsjaar 2018

2018

2019

2020

2021

x € 1.000

a. Externe rentelasten (korte en lange financiering)

1.378

1.427

1.512

1.655

b. Externe rentebaten 

-4

-4

-3

-3

Saldo rentelasten en rentebaten 

1.374

1.423

1.509

1.652

c1. Doorberekende rente grondexploitatie 

-27

31

2

-2

c2.Rente projectfinanciering 

0

0

0

0

c3. Rentebaat doorverstrekte leningen

0

0

0

0

Aan taakvelden toe te rekenen externe rente

1.347

1.454

1.511

1.650

d1. Rente over eigen vermogen 

0

0

0

0

d2. rente over voorzieningen 

0

0

0

0

Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente

1.347

1.454

1.511

1.650

e. De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag)

1.484

1.502

1.645

1.636

f. Renteresultaat taakveld treasury

-136

-48

-133

13

Dividend
Het dividend heeft betrekking op de aandelen BNG die in bezit zijn.

Kosten betalingsverkeer
Onder de post financiering en belegging worden zowel de interne als externe kosten van het betalingsverkeer verantwoord.

Overige baten en lasten

Stelposten

 x € 1.000

2018

2019

2020

2021

Stelpost activering uren

8

2

-4

-10

Taakstellende bezuiniging bedrijfsvoering

241

241

241

241

Stelpost nieuwe projecten 

-40

-40

-40

-40

Totaal programma

209

203

197

191

Stelpost Activering uren
In de begroting zijn bedragen opgenomen voor uren van medewerkers die aan grondexploitatie en aan de MOR-projecten worden toegerekend en niet direct in de exploitatie komen. Voor een groot deel is bij het opstellen van de begroting bekend aan welke projecten de medewerkers gaan werken.

Stelpost: Taakstellende bezuiniging bedrijfsvoering

In 2018 werken we verder aan een efficiënte en flexibele organisatie, toegerust op haar taak en in staat om snel en adequaat te kunnen reageren, anticiperen, adviseren en produceren. Dat bereiken we met efficiency en effectiviteit op het gebied van werkprocessen, middelen, planning en –vooral – goed opgeleide en toegeruste, professionele medewerkers. Dit groei- en ontwikkelproces vordert gestaag.  Het stelt de gemeente in staat meer rendement te leveren met minder inspanning. In deze fase is het moeilijk om aan te geven hoe deze inspanningen zich vertalen in concrete besparingen in de bedrijfsvoering in 2018, maar wij verwachten dat deze taakstelling ambitieus, maar reëel is.

Stelpost: Nieuwe projecten
Voor de al bekende en geplande (ruimtelijke) projecten zijn uren en middelen in de begroting opgenomen. We constateren dat er zich in dit kader telkens onverwachte ontwikkelingen voordoen en er vragen komen vanuit het maatschappelijk veld. Voor de behandeling hiervan zijn geen middelen geraamd. Om toch aan deze vraag tegemoet te kunnen komen hebben wij een stelpost opgenomen.